Iets dat eerst erg ver leek, is afgelopen maanden steeds sneller dichterbij geslopen. Helemaal van Wuhan naar Italië en via vakantiecontacten en misschien het carnaval door Brabant. Met carnaval was het in ons Den Bosch guur weer. Koud en winderig. Vanuit onze woongemeenschap is er gelukkig niemand naar optochten en drukke mensenmassa’s gegaan. Maar om ons heen zijn intussen wel mensen besmet geraakt. Eerst een paar, daarna tientallen en honderden. Er komen nu wel duizenden bij.
De maatregelen beginnen. Eerst handen wassen, niezen in je elleboog en binnen blijven bij verkoudheid. Dat doet niet zoveel met onze groep. We drinken nog steeds gezellig koffie en gaan zelfs een keer naar een toneelvoorstelling waarin een woongenoot optreedt. Het zal het laatste uitje blijken, voorlopig. De dag erna gaat de Verkadefabriek in Den Bosch al dicht. Daarna wordt het thuis werken voor wie dat kan doen. Steeds meer sociale afstand houden. Naar onze omgeving, naar de kwetsbare mensen en uiteindelijk ook naar elkaar in de groep.
Met tegenzin leer ik die afstand aan te houden. Niet leuk! Onze woongenoten voelen heel eigen en het is gek om een anderhalve meter in te bouwen in ons sociale contact. Dat doet toch echt iets. Niet meer onbevangen naast elkaar aan tafel schuiven. Of even bij elkaar binnenlopen. Als iemand iets meemaakt (lief of leed) geen knuffel meer kunnen geven, in plaats daarvan elkaar op anderhalve meter aankijken. Dit geeft wel een andere sfeer. Het gaat ook niet vanzelf. We geven de gemeenschappelijke tuinen een grote lentebeurt. En vergeten het dan per ongeluk toch nog. Dan loop je weer vlak langs elkaar naar de gft-bak om takken te storten.
En dan volgt de volgende maatregel. Niet meer bij elkaar in huis met meer dan een paar mensen. Dus ook niet in de gemeenschappelijke ruimte, met meerdere mensen. Dat hakt erin! Weg met onze bijeenkomsten van 19 mensen die heerlijk door elkaar praten en soms niet te stuiten zijn. Geen etentjes meer waar we allemaal iets naar toe nemen aan lekkers. Niet meer samen wandelen om de Oosterplas als groep.
Toch zijn we er niet onder te krijgen. De sfeer is goed. Er worden veel grappen gemaakt. Vooral over corona. We hebben een WhatsApp groep waar we nu veel meer dan anders ‘los gaan’. En als je niet meer samen binnen kan zitten, dan kan dat nog wel buiten. De lente barst los en de zon schijnt in onze tuinen. Op een mooie lentemiddag zitten we buiten. Op zeer veilige afstand van elkaar en toch ook samen. Twee mensen in onze groep bakken voor iedereen pizza’s in hun pizza-oven op balkon. Ze delen behalve kaas en saus op knapperige lekkere zelfgemaakte pizza ook hun solidariteit, betrokkenheid en plezier.
We gaan een manier vinden om ook deze tijd goed door te komen, juist als woongemeenschap. En om elkaar te blijven steunen, in lief en leed. Want het zal ons gaan raken. Bijvoorbeeld via onze hoogbejaarde familieleden in de generatie boven ons. Waarvan er enkelen corona hebben en het niet overleven. De eerste sterfgevallen zijn geweest. Wie weet gaat het ook onze woongemeenschap nog dieper raken. Vrienden en collega’s op het werk lopen met klachten. We zitten zelf in de leeftijdsgroep van begin 50 tot begin 70. Ook onder onze bewoners zijn er mensen met onderliggende chronische aandoeningen. Met tegenzin moeten we onze eigen kwetsbaarheid onder ogen zien en aanvaarden. Het is wat het is…
Een warme steunbetuiging uit de buurt bereikt ons. Twee meisjes stoppen iets in de brievenbussen van bewoners van de woongemeenschap. Het blijken zelfgemaakte kaarten te zijn. Met ‘heel veel geluk’ en ‘sterkte’. Plus zelfgemaakte en verse bloemetjes erop. Heel schattig. De kinderen in onze buurt vinden ons vast heel oud! Een beetje confronterend en tegelijk ook superlief, dit gebaar. Dank je wel, lieve buurtgenoten. Dit jaar geen paasbrunch waar we jullie meehelpen om er een mooie dag voor jullie kinderen van te maken. Deze keer steunen jullie kinderen ons!