En dan is de wereld in één nacht wit geworden. Prachtige verse dikke sneeuw bedekt ons gebouw, de galerijen, de paden in de tuinen en alle struiken. ’s Ochtends vroeg is er al dapper begonnen met vrij maken van de toegang tot onze woningen. Onherkenbare mensen in dikke jassen en mutsen op. We blijven schuiven en scheppen de hele dag, want er blijft maar sneeuw vallen.
Er komen allerlei berichtjes langs. Buren uit de wijk waarschuwen in de wijkapp voor gladheid bij het trappetje naar de dijk. De aannemer de het gebouw heeft gebouwd, laat weten dat we moeten oppassen met sneeuwophoging bij deuren, ramen en afvoeren. Bij dooi kan dat lekkage geven, dus we moeten nu ramen en deuren sneeuwvrij houden. Van de afvalstoffendienst krijgen we te horen dat er deze dagen geen afval wordt opgehaald.
Intussen ziet het er prachtig uit! Kinderen lopen enthousiast rond en bouwen sneeuwpoppen. Een meisje komt voorbij met een slee en daarop een gigantische knuffelbeer. Die mag ook naar buiten, deze keer. De eerste dagen is het nog koud en guur, daarna wordt het steeds zonniger en warmer overdag. Een heerlijke tijd om te wandelen, met goeie warme schoenen aan.
Niet voor iedereen is dit aldoor even leuk. De eerste dagen is het best lastig en spannend om met de auto de weg op te gaan. Het wordt ook ernstig ontraden. Toch moeten sommigen van ons wel werken en zelfs heel vroeg. Een bizarre autorit, met 40 km over de snelweg en dan weer door dorpsstraten, slingerend en slippend. Een auto van één van ons wordt door de overburen op de parkeerplaats geduwd, omdat de banden slippen in de sneeuw.
We zijn deze winterse dagen toch goed doorgekomen, net als het gebouw, dat nog helemaal heel is. De sneeuw is al aan het dooien. Binnenkort wordt het weer warmer en dan komt de lente eraan.