De bouw van onze woongemeenschap is een eind op streek. Elke week is er vooruitgang te zien. De muren van de benedenverdiepingen staan al op hun plek. Vanuit de steigers rondom wordt hard gewerkt. Helaas hebben de bouwers last van wateroverlast. Vanuit aangrenzend gebied stroomt er water onze kant op. Er zijn nog geen kolken aangelegd. Dat betekent dat het zand om de steigers dreigt te worden weggespoeld! Een minder veilige situatie voor de bouwers. Overleg met de gemeente geeft gelukkig snel resultaat. Er worden drie kolken op het terrein gezet, om al dat water op te vangen.
Onze Bouwcommissie vergadert nu niet meer bij de aannemer, maar in de keet van de bouwers op het terrein. Het is kicken om langs de muren van het pand-in-wording te lopen! In de Bouwcommissie bekijken we de werktekeningen. Er moet soms iets worden aangepast. Wat gaan we bijvoorbeeld doen met de constructie van ramen en vensterbanken? Er zijn twee mogelijkheden, met allebei voor- en nadelen. Dat is dan iets om aan de bewoners voor te leggen. Die mogen zelf hun eigen keus bepalen. Toch een voordeel dat je zo je eigen inbreng hebt.
We zijn nog niet uit de naamsgeving van de woongroep. Er zijn allerlei alternatieven genoemd. Toch stellen we die keus uit. Andere besluiten zijn nu even belangrijker. Zoals besluiten over het tuinplan. Wat gaan we doen aan de bestrating en de tuin van ons complex? Willen we een goed ontwerp? En wat mag dat dan kosten? De Tuincommissie voert gesprekken met diverse hoveniers en tuinarchitecten. Na veel wikken en wegen wordt een overeenkomst gesloten met een tuinarchitect. Een flinke uitgave, maar wel de moeite waard. Bij de uitvoering willen we zelf een handje meehelpen. Niet alleen om de kosten te drukken. Samen de handen uit de mouwen steken schept een band. En dan kan de hovenier weer andere belangrijke installaties doen.
De agenda van de ledenvergadering is vol. Een ander onderwerp dat stevige discussie geeft is de inrichting van de gemeenschappelijke ruimte. Gaan we die samenstellen uit onze eigen meubels? Of gaan we voor aanschaf van nieuwe zaken? Er komt een enquête om de meningen te peilen. De groep wil liever geen samenraapseltje van verschillende stijlen. Tegelijk mag het niet teveel gaan kosten. En wat hebben we er dan voor over? Er worden verschillende bijdragen genoemd. Maar moeten die kosten voor de inrichting dan per persoon of per appartement betaald worden? Ook daarover moeten we nadenken. Wat is een eerlijke verdeling van kosten? Op de ene vergadering besluiten we om de kosten voor inrichting van de gemeenschappelijke ruimte per persoon vast te stellen, als ‘gebruikskosten’. De volgende vergadering komen er bezwaren. Is het niet redelijker om dit te zien als ‘ontwikkelkosten’ en dus per appartement om te slaan? We gaan er volgende keer verder over praten. Belangrijk is om zo’n besluit zo te nemen dat we ons allen gehoord voelen en de argumenten goed op tafel zijn gekomen. Op naar de volgende vergadering!